Er zijn ik weet niet hoeveel talen in de wereld en ze hebben allemaal betekenis. Als ik de taal van iemand die tot mij spreekt niet ken, blijven we vreemdelingen voor elkaar. (1 Kor. 14:10-11)

Ik ben voor mijn werk een boek aan het lezen. Het boek heet: The Bible at Cultural Crossroads. From Translation to Communication. (Harriet Hill:2006) Een van de belangrijkste punten die de schrijfster van het boek wil maken is: het doel van Bijbelvertaling is niet alleen letterlijk vertalen, maar een boodschap communiceren. Mijn taak als antropoloog is om vertalers te helpen om de vertaling relevant te maken. Of om meer relevante media te gebruiken om de boodschap over te brengen. Twee voorbeelden uit hetzelfde boek kunnen dit duidelijk maken.

In 1944 had Len Harris een boek van de Bijbel vertaald voor de Nunggubuyu in Australie, namelijk het evangelie van Markus. Toen het klaar was las hij het voor aan de mensen rond het kampvuur in de avond. Dit maakte niet veel indruk op de mensen. Omdat hij nog maar een paar maanden zou blijven vroeg hij hen wat ze wilden dat hij voor hen deed. Zij zeiden: “Vertaal Genesis, want we zijn zeer geinteresseerd in het begin van dingen.” Hij vertaalde de eerste 3 hoofdstukken en las het hen voor bij het kampvuur. Hij ging naar bed, maar de mensen bleven de hele nacht wakker om door te praten over het verhaal van Genesis. Zij legden uit: “We hebben het toch gezegd, we zijn geinteresseerd in het begin van dingen”.
Een andere vertaler, Alvina Federwitz, vertelt over haar werk bij de Kuwaa in Liberie. Zij en haar man hadden jaren gewerkt om het Nieuwe Testament te vertalen in het Kuwaa, maar het was erg moeilijk om mensen geinteresseerd te krijgen om het te lezen of er naar te luisteren. Toen begon ze met Story-telling workshops. In deze workshops vertelden mensen hun eigen verhalen en schreven die op en daarna luisterden ze naar Bijbelverhalen. Dit sluit aan bij de manier waarop zij kennis overdragen, namelijk door verhalen te vertellen. De mensen reageerden met zo’n groot enthousiasme dat het volgende probleem was hoe ze voldoende boeken kon printen en cassettes kopieren.

Beide vertalers begonnen hun werk met een product in gedachte, die ze vervolgens aan hun publiek presenteerden. Daaruit volgde weinig communicatief succes. Daarna begonnen ze met hun publiek en ontwierpen ze producten die dichtbij hun publiek stonden. Het resultaat was overweldigend. Succesvolle communicatie begint dus bij het publiek (de mensen waar je je voor inzet) en reageert op hun interesses. Als antropoloog hoop ik teams te helpen om belangrijke culturele kenmerken van mensen te ontdekken. Dan kunnen ze met die kennis veel beter aansluiten bij hun publiek.

Dit is niet alleen erg belangrijk op het ’traditionele’ zendingsveld. Iedereen die een boodschap wil overbrengen zal zijn publiek goed moeten kennen en aansluiten bij hun interesses. Adverteerders verdienen hun brood met deze principes. Onze thuiskerk in Utrecht probeert zo ook aan te sluiten bij de mensen die in Utrecht wonen. Dus in plaats van de deuren van de kerk open houden en ons ‘product’ daar binnen aan te bieden, is onze uitdaging in Zuilen om naar de mensen te gaan, naar hun te luisteren en dan relevante manieren vinden om de boodschap van het evangelie aan hen aan te bieden. Dit geldt niet alleen voor mensen buiten de kerk, maar net zo goed voor kerken die jonge generaties de boodschap wil overbrengen. Een voorbeeld is bijvoorbeeld dat wij, de jonge generatie, veel visueler zijn ingesteld dan eerdere generaties. Ook communiceren ‘wij’ op veel meer verschillende manieren en zijn we gewend aan diverse media (zoals email, facebook, hyves, twitter, smartphones, sms, film, mp3, mms, bluetooth, etc.).

De boodschap van Jezus is relevant voor elke cultuur en elke generatie. De uitdaging is om open te staan voor jouw specifieke publiek en je bij hen aan te sluiten. Is er dan geen gevaar dat de boodschap verloren gaat, omdat je het publiek zo belangrijk vindt? Moeten we ons dan in Nederland perse aansluiten bij ‘het’ postmodernisme? Wordt de boodschap dan niet postmodernistisch? Elke cultuur draagt iets in zich dat enerzijds aansluit bij het evangelie en anderzijds door het evangelie wordt bekritiseerd. Het is een uitdaging om op een goede manier aan te sluiten. Die uitdaging zal zeker niet gemakkelijk zijn en zonder fouten gaan. Maar het is denk ik wel een uitdaging die de moeite waard is. En uiteindelijk blijft God’s waarheid altijd bestaan. Die kan wel tegen een stootje. Ook al zijn die stootjes vaak van zijn eigen kinderen.

’t Werk van God is niet te keren
omdat Hij er over waakt,
en de Geest doorbreekt de grenzen
die door mensen zijn gemaakt.