Een collega van ons, Brontë, is net terug van een werkreis naar het westen van ons land. Met haar team doet ze hetzelfde werk dat Klaas deed toen wij hier begonnen: taalonderzoek.

Haar team reisde een maand naar afgelegen dorpen om daar te mensen te interviewen over de taal die ze spreken. Is de uitspraak hetzelfde in verschillende dorpen die dezelfde taal spreken? Wordt de taal nog van ouders op kinderen wordt doorgegeven, of wordt het vervangen door de nationale taal? Als de taal nog erg ‘levend’  blijkt te zijn (wanneer de hele gemeenschap, inclusief de kinderen, het spreekt), en de voertaal is, kunnen eventueel nieuwe projecten van onze organisatie erin gestart worden. Bijvoorbeeld taalontwikkelingswerk, het maken van een woordenboek, het analyseren van de grammatica, onderwijs in de eigen taal, of vertaalwerk.

Brontë schreef op Facebook dat ze wel kon concluderen dat haar baan ’the coolest in the world’ is 🙂

Hier wat van haar foto’s om het te bewijzen.