Mijn belangrijkste taak op dit moment is taal onderzoek. Maar omdat ik ervaring heb als antropoloog is mij gevraagd een paar sessies te geven aan lokale Bijbelvertalers. Deze lokale Bijbelvertalers zijn bezig om de Bijbel in hun eigen taal te vertalen. De sessies gaan over het feit dat de Bijbelse cultuur sterk verschilt van hun eigen cultuur.

Culturele kennis

De schrijvers van bijvoorbeeld de 4 evangeliën (Mattheus, Markus, Lukas en Johannes) schreven aan een specifiek publiek. De schrijvers kenden hun eigen cultuur erg goed en ook de cultuur van hun publiek. Daarom zie je dat de schrijvers soms iets uitlegden in de tekst, omdat ze wisten dat de lezers/hoorders het anders niet begrepen. Bijvoorbeeld de apostel Johannes. Hij schreef voor een niet-Joods publiek:

Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent ‘meester’.)Johannes 20:16

De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om.Johannes 4:9

samaritaanse vrouw

samaritaanse vrouw

Het eerste voorbeeld is de vertaling van het Aramese woord ‘Rabboeni’. En het tweede voorbeeld gaat over de relatie tussen Joden en Samaritanen. Als je niet weet dat die relatie zo is, dat ze niet met elkaar omgaan, dan zou de lezer niet begrijpen waarom die vrouw dat zegt.

Culturele kennis vertalen

Op andere momenten leggen de schrijvers niets uit, omdat ze weten dat de lezers/hoorders van dezelfde cultuur zijn en dus begrijpen wat er gebeurt. Bijvoorbeeld wanneer Lukas schrijft:

Ik ben in jouw huis te gast, en je hebt me geen water voor mijn voeten gegeven.Lukas 7:44

Om deze zin te begrijpen moeten we weten dat het een gewoonte was in Jezus’ tijd dat een bediende de voeten wast van een gast. Dit was nodig omdat ze open sandalen droegen en de wegen erg stoffig waren en dat een schoon huis belangrijk was.

Het is belangrijk dat dit soort informatie beschikbaar is voor nieuwe christenen, zodat ze kunnen ontdekken wat de boodschap is van deze specifieke tekst. Eén mogelijkheid om dit te verduidelijken is woorden toevoegen in de vertaling. Bijvoorbeeld:

Ik ben in jouw huis te gast, en je hebt me geen water gegeven om mijn voeten te wassen.

Op deze manier hoop ik samen met de Bijbelvertalers te ontdekken wat de boodschap is van de Bijbelse tekst. Of ze die boodschap vanuit hun eigen culturele achtergrond kunnen begrijpen. En zo niet, hoe ze dan in de vertaling zo goed mogelijk de boodschap kunnen overbrengen. Bijvoorbeeld door essentiële informatie toe te voegen, die de tekst op zich niet verandert. Belangrijk is dat de vertalers zo dicht mogelijk blijven bij de grondtekst van de Bijbel, maar waar mogelijk culturele kennis verduidelijken, zodat de boodschap van Gods Woord overkomt.