In mijn vorige blog schreef ik dat ik de kerk in Nederland soms een laffe hap vind. Daar kreeg ik verschillende reacties op. Van ‘Wham, die zit!’ tot wijs advies tot een gesprek met een vriendin die graag actief handen en voeten aan haar geloof geeft, maar niet weet hoe.

Dat advies was verpakt in beeldspraak. ‘Een wijze predikant vertelde ons jaren geleden, dat hij zich vooral concentreert op het geven van water aan jonge plantjes en niet of nauwelijks op het wieden van onkruid.’ Deze blog is een poging tot plantjes water geven.

Door zendingswerk te doen en op giften te leven zit je in een luxepositie. Je spendeert al een aardig deel van je tijd aan het meebouwen aan Gods koninkrijk. Je hebt een beperkt budget, dus je materialisme wordt automatisch wat ingeperkt. Je komt bulten geïnspireerde mensen tegen. Dit schrijf ik niet om Klaas en mij als heiligen op te werpen; ik realiseerde mij opnieuw (toen ik in gesprek was met die vriendin) hoe dat het makkelijker maakt om je geloof praktisch te vertalen. Ze vertelde dat ze aan behoorlijk wat goede doelen geeft en in haar vrije tijd zich praktisch inzet voor haar kerk. Maar het voelde voor haar als ontoereikend. Ze voelde zich in slaap gesust door haar drukke gezinsleven en comfort.

Welke plantjes kan je water geven als christen in Nederland?

  1. Zoek lijden op.
  2. Spendeer je geld niet aan jezelf.
  3. Leer van mensen (christenen en niet-christenen) die je bewondert.
  4. Bid.
  5. Lees in de bijbel.
  6. Investeer in vriendschappen met mensen die anders zijn dan jij.
  7. Zet de deur van je huis open.
  8. Volg je roeping.

Ik hoop de komende tijd een wat meer close-up view van deze plantjes te beschrijven.

*Plaatje boven deze blog heb ik hier gevonden.