Ik schreef eerder vandaag een blog over hoe we ons soms achter de oren krabben: wat wordt er goed voor ons gezorgd door Boven! We voelen ons verwend met een goede start hier, en een fijn huis.

Toen we vertrokken twee jaar geleden, woonden we in een klein appartement. Met grotere kinderen hebben we nu wat meer leefruimte nodig. Onze nieuwe stek is wat buiten de stad, en daarmee is zelfs een klein tuintje een mogelijkheid. We zagen op de lokale marktplaats een lollige kleine trampoline te koop. Klaas ging na afloop van z’n werk even bij de verkoper langs, schroefde m uit elkaar en nam ‘m mee in de taxi. Eenmaal geïnstalleerd bij ons in het tuintje bleek de grond te zacht. Elke keer als de kids en de twee buurjongens los gingen op de trampoline zakte ‘ie schever en verder de grond in. Daar moet nog even een oplossing voor komen. Bij een van de laatste sprongen kukelde B. ervan af. Vinger gekneusd of gebroken, dus de volgende dag even naar de dokter.

Ik belde het ziekenhuis, en kon ’s middags voor een afspraak terecht. Je betaalt hier contant of met credit card, dus bij de balie (bemand door 3 studenten geneeskunde / radiologen/ verpleegkundigen die elkaar crème aanbevolen tussen de patiënten door) had ik de credit card in de aanslag. De man van 25 die net de röntgenfoto had genomen, schreef de rekening. Het was welgeteld 12 euro, voor consult met de kinderarts en de foto erbij! Van sommige dingen hier blijf ik nog steeds van mijn stoel vallen.

Net zoals ik pas met M. op een taxi stond te wachten. Opeens riep ze: kijk, een aap! Er reed een meneer op een motor voorbij met een flinke aap op z’n schouder. Leuk, zo’n huisdier.

Er is zoveel te zien onderweg. Vanuit de stad zijn er twee wegen naar het dorp waar we wonen. Er was een festival die dag, waarbij mensen samen gezellig eten, dansen met maskers op (ze spelen een hindoeïstisch godenverhaal na) en voorbijgangers op straat tegenhouden; na het ’tol betalen’  mogen ze weer verder. De ene weg was afgezet, dus we namen de andere. Maar die ging door een dorp waar het feest in volle gang was. Dus we konden een kwartiertje door ons taxiraampje meegenieten van het feest. Toen reden we weer verder.

De bus nemen is goedkoper dan een taxi (15 cent in plaats van 4 euro), maar ook langzamer. Als je de tijd hebt, is het een goede optie. Je kunt ook fijn mensen kijken (en ruiken; B. houdt zich met een hand vast, en met de andere houdt hij z’n neus dicht). Een bejaard echtpaar, in de hitte op hun paasbest onderweg naar de stad: meneer in een pak dat z’n beste tijd heeft gehad, mevrouw in een gekleurde sari, kleindochter in een jurk met veel glitters en tule. Twee vrouwen die hun oogst gaan verkopen: het gangpad ligt vol met jutezakken tjokvol kool, spinazie en mais. Als de bus met veel vaart door een kuil rijdt, vliegen een paar zakken bijna door de openstaande deur van de bus, maar kunnen nog gered worden. De levende geit op het dak kijkt er stoïcijns bij.

Zo’n bus wordt bemand door twee jongens: de ene is bestuurder, en de ander int het geld en laat met geklop op de bus de bestuurder weten wanneer hij moet stoppen (namelijk, wanneer iemand uit of in de bus wil). Hoe voller de bus, hoe harder de geld-inner schreeuw dat passagiers moeten doorlopen naar achteren. Als je als sardientjes in een blik zit, met je hoofd in de oksel van je buurman, beginnen de passagiers te brommen dat de bus nu echt vol zit. Het scheelt wel dat je minder snel omvalt, wanneer de bus zo vol is. En de luide Bollywoodmuziek is een fijne afleiding. Pas had ik een bamboe-bed tweedehands gekocht, bij een kennis in de buurt. Ik dacht dat ik het wel naar huis kon tillen, maar het was toch wat te zwaar. Er kwam een bus voorbij, ik wenkte dat ik graag mee wilde, de geld-inner gooide ‘m op het dak, en we reden verder. Bij het uitladen betaalde ik 80 cent voor het vervoer. Zo doe je dat! 😉

Photo credit