In reactie op blog Spendeer je geld niet aan jezelf – deel 2 sprak de Wijze Guru weer, die de inspiratie gaf voor deze plantjesserie. Als gevend met ons geld omgaan niet ‘uit de liefde van ons hart’ komt, zei hij, dan wordt het moralistisch, wetticistisch. Die zin deed me aan deze tekst denken:
Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten. (1 Kor 13, 4)
Ik schrijf op het moment aan een onderzoek met ‘roeping’ als thema. In een artikel van Mark van Vuuren las ik dat een roeping hebben een (levens)doel geeft, bewustzijn van je identiteit, de power to make a difference, maar ook de morele verplichting om het beste te maken van wat er in je leven op je afkomt. En morele verplichting is een moeizaam aan te pakken cactus. Het is lastig om wat over moraliteit te zeggen zonder dat je automatisch hypocriet of oordelend klinkt.
Wanneer we keuzes maken – waarvan we geloven dat ze moreel goed zijn – hopen we dat ze deze wereld transformeren in Gods Koninkrijk, naar hoe de nieuwe schepping zal zijn. En dat is een enorm hoge lat. Wat je ook maar durft te roepen over wat je ‘goed’ vindt, je klinkt meteen schijnheilig (‘doe jij dat dan ook altijd?’) en je eigen tekortkomingen zijn dan zo overduidelijk.
Een quote van Christensen (2013, in Van Vuuren, p. 50) stelt:
If we do not allow ourselves to possess and propagate higher values than those portrayed in our actions—if we do not allow for sin and hypocrisy—then we run the risk of not having very high morals at all.
Volgens Van Vuuren dwingen hoge ambities je tot ontspanning. Het gat tussen realiteit en ideaal is te groot. Bereikt een schip ooit de horizon? Ontspanning is nodig om niet op te branden in je ambitie voor het goede.
Volgens Tim Keller (2012, in Van Vuuren, p. 52) werken de meeste mensen voor hun zieleheil, om zelfwaarde te voelen, een goed geweten te hebben en om rust (‘peace’) te ervaren. Christenen geloven dat ze dat allemaal al hebben in Christus, en mogen ‘simpel’ werken om God en de mensen in hun leven lief te hebben.
‘In the garden of our Savior no flower grows unseen
His kindness rains like water on every humble seed
No simple act of mercy escapes His watchful eye
For there is One who loves me, His hand is over mine
O the deeds forgotten, O the works unseen
Every drink of water flowing graciously
Every tender mercy You’re making glorious
This You have asked of us: Do little things with great love
Little things with great love’
Little Things With Great Love, door Madison Cunningham. (https://youtu.be/pm5VQAxdMrc)
Plaatje hier gevonden.
Mooie blog over een relevant onderwerp, bedankt Dineke. De lat hoog blijven leggen, uitgedaagd blijven worden, zonder verlamd te worden of de moed te verliezen.
Naast de drie concrete adviezen die van Vuuren geeft in dat mooie en verhelderende artikel van hem is er misschien nog een andere notie van belang. Dat sluit aan bij wat je citeert van Tim Keller. De notie van vergeving of mildheid. Naar jezelf toe en binnen teams. Vertrouwen in de onvoorwaardelijke goddelijke liefde die ons deel is, als gave.
In de navolging van Christus mag mijn motto zijn: Val ik om, dan val ik om. Als ik maar in beweging kom.